| 
                    Dit is een snelle referentiegids voor de meest algemeen voorkomende opdrachtregels bij Setup.exe. Setup.exe /Optie <vereiste parameter> [Optional Parameter] Installatieopties:  | 
            |
| /a | 
                    Geeft aan dat u een serverimage wilt maken.  Installatie voor beheerders - Installeert een product op het netwerk  Setup.exe /a  | 
            
| /s | 
                    Wordt gebruikt om PROFILEID naar werkstations te pushen. Het openbare PROFILEID wordt gebruikt om alle gebruikers op het account aan te melden door hun accountgegevens naar werkstations te pushen.
                     Setup.exe /s PROFILEID=XXXXXXXXXXXXXXX  | 
            
| /x  /uninstall  | 
                
                    Geeft aan dat u de installatie van de software wilt verwijderen.  Installatie voor beheerders - Installeert een product op het netwerk  Setup.exe /x  | 
            
| 
                     Weergaveopties:  | 
            |
| /q[n|b|r|f] | 
                    Stelt in hoe de gebruikersinterface van de installatie wordt weergegeven.  n - Geen gebruikersinterface b - Basisinterface r - Beperkte gebruikersinterface f - Volledige gebruikersinterface (standaard) Setup.exe /q  | 
            
| /quiet | Stille modus, zonder gebruikersinterface. Gelijk aan /qn | 
| /passive | Onbemande modus - alleen de voortgangsbalk is zichtbaar. Gelijk aan /qb | 
| 
                     Registratieopties:  | 
            |
| /l[i|w|e|a|r|u|c|m|o|p|v|x|*] | 
                    Registreert algemene informatie over de installatie in een logbestand. Als u geen pad of bestandsnaam opgeeft, komt het logbestand in de tijdelijke map van de huidige gebruiker terecht.  i - Statusberichten w - Niet-fatale waarschuwingen e - Alle foutberichten a - Acties opstarten r - Actie-specifieke records u - Gebruikersaanvragen c - Startparameters gebruikersinterface m - Informatie over onvoldoende geheugen of gedwongen afsluiten o - Berichten over onvoldoende schijfruimte p - Terminaleigenschappen v - Uitgebreide uitvoer x - Extra debugging-informatie * - Alle informatie registreren, behalve voor de opties v en x Standaard is /lvoicewarmup Setup.exe /l"C:\Install.log"  | 
            
| 
                     Reparatieopties:  | 
            |
| /f[p|e|c|m|s|o|d|a|u] | 
                Repareert een product. p - alleen als bestand ontbreekt o - als bestand ontbreekt of als er een oudere versie geïnstalleerd is (standaard) e - als bestand ontbreekt of als er een oudere of gelijke versie geïnstalleerd is d - als bestand ontbreekt of als er een andere versie geïnstalleerd is c - als bestand ontbreekt of als de checksum niet overeenkomt met de berekende waarde a - forceert de herinstallatie van alle bestanden u - alle vereiste gebruikerspecifieke registervermeldingen (standaard) m - alle vereiste computerspecifieke registervermeldingen (standaard) s - alle bestaande snelkoppelingen (standaard) Standaard is /foums Setup.exe /f  | 
            
| 
                     Openbare eigenschappen instellen: [PROPERTY=PropertyValue]  | 
            |